Het zijn treurige tijden waarin we elkaar weerzien, beste
biervrienden en biervriendinnen, maar ze worden allengs beter. Onze aanstaande
ex-voorzitter is weer goed ter been, vrouwen hervinden hun plek achter het
aanrecht en ik heb een bockbier met smaak gedronken.
Ook de laatste loodjes legt Jeroen blijmoedig af en hij
blijft zich manmoedig van zijn taak kwijten. Niemand begrijpt weliswaar nog
iets van wat hij zegt, maar dat is niet erg. Wat mij verbijstert is dat de
kandidaten niet allang over elkaar heen buitelen ter opvolging van wat, op de
plek van Philip de Ridder na, toch de mooiste functie in Nederland-Bierland is:
voorzitter van PINT. Wie gaat het worden: Nico Lammers, onze PR-man, die de
afgelopen jaren meer dan wie ook heeft gedaan om de kloof tussen PINT en de
rest van bierminnend Nederland te vergroten? Peter Keller, Laurens van Ulden,
Theo Sas? Geen idee: nooit gezien, nooit gehoord, en waarschijnlijk bestaan ze
niet eens. Sabine Schipper-Wellink? Nee, die krijgt het weer te druk in de
keuken. Erwin de Cock dan? Wellicht, maar dan zou de uitnodiging voor de ALV
vanaf nu, net zoals dit mooie Magazine, in onderkast 5 worden gezet en komt er
vanwege de onleesbaarheid HELEMAAL niemand meer opdagen. Iemand van buiten dus.
Die van Bierburo lijkt me wel wat, die lacht zo lief. Zijn
wij meteen van het probleem af een reden te bedenken om hem weer de Henri
Reuchlin Award, vroeger bekend als de Gouden Pint, uit te reiken: onze
voorzitter zit namelijk in de jury en zelfs voor Henri gaat het te ver deze prijs
aan zichzelf toe te kennen. Of Jos Walstra, van Regio Noord: da's een man met
een mening die gehoord wordt. Ik woon zelf in het zuiden van het midden des
lands en ik hoor Jos regelmatig en nee, dat is niet aan de telefoon, nee. Bob
Molenbroek van Regio Noord-Holland is ook een optie, alleen baart de korte
termijn aldaar mij dan zorgen. De strijd om zijn opvolging zal vele malen
bloederiger zijn: Bob heeft de eer op de verst doorgezaagde stoelpoten uit de
geschiedenis van PINT te zitten. Theo Flissebaalje is een optie zoals ammoniak
dat is. Als het maar niet die bolle blaaskaak van dat boekje met die slijter
is, die man van zes miljoen uit Amsterdam. Zes miljoen kilocalorieën dan hè. Of
anders Jan-Willem Fukkink, al moet hij dan wel zijn brouwerij opgeven, maar dat
is eerder een zegen dan een offer. Voor ons dan, en we weten meteen zeker dat
we de komende jaren met iedereen ruzie hebben en door niemand serieus zullen
worden genomen, behalve als er een rekening valt te betalen voor een leuk
bier-idee. Precies zoals de zaken nu liggen dus.
En dan is daar 'dinerbier', de trouvaille van Fiona de
Lange. Mij was het ontgaan dat we er behoefte aan hadden - er bestaan honderden
bieren, geschikt voor bij het diner. Haar creatie, een combinatie van
gerstewijn, zwaar Belgisch Donker en stout - allen mooie, oud-Hollandsche
bierstijlen - gaat boven alles goed bij vleesgerechten. Zeg maar dag tegen
dineren met vis! En die tonen van laurier en drop van de gerstewijn - elke
brouwer zou zijn gerstewijn met die smaken weggooien, maar goed, Fiona heeft
het aanrecht herontdekt en dat is een goede zaak.
A propos, ik dronk dus pas een bokbier - met smààk! Het kwam
uit België en deed me aan een abdijbier dubbel denken, maar
potverdriedubbeltjes, daar kunnen die Nederlandse brouwers nog eens een
voorbeeld aan nemen. Het was namelijk én niet zoet, én niet zuur! Geweldig
genoten.