zondag 24 november 2013

De Pintpakker, column 7 - februari 2013

Het zijn treurige tijden waarin we elkaar weerzien, beste biervrienden. We hebben nog steeds dezelfde voorzitter, vrouwen bemoeien zich meer en meer met bier en alsof dat nog niet erg genoeg is gaat de eerste Nederlandse speciaalbier brouwerij failliet.

Tussen het moment dat ik deze column schrijf en dat u deze leest zit meer dan een maand, dus de situatie is in elk geval anders. Beter betwijfel ik; sterker nog, ik weet nu helemaal nog niet wat beter zal blijken te zijn. Terug naar de feiten van 13 januari: de geruchten dat Bierbrouwerij Christoffel failliet gaat worden met het uur sterker. De berichten zijn nog terughoudend maar ‘de aandeelhouders zien er in de huidige omstandigheden geen brood meer in en willen eigenlijk alleen met de merknaam verder’. Er worden tranen gelaten voor de medewerkers. Er wordt gehuild voor Joyce en Steven, die de brouwerij al vele jaren leiden. Als er al een beschuldigende vinger wordt uitgestoken, dan wijst deze nu weifelend richting de aandeelhouders. Dat is meestal de eerste reactie, want is het Kapitaal niet de schuld van Alles?

Vinden wij van Pint de geur van geld niet de ergste off-flavor in ons bier?

Iets voor een ieder om zelf maar eens over na te denken. Voor mij is de vraag eerst en vooral: hoe bestaat het dat in een tijd waarin speciaalbier op alle fronten wint een bekende brouwerij plotsklaps failliet gaat? Bierbrouwerij Christoffel is niet de oudste Nederlandse speciaalbierbrouwerij, maar behoort wel tot wat je gerust de Neue Holländische Bierwelle mag noemen. De roerige jaren tachtig brachten ons op dat front genoeg moois en veel daarvan bestaat nog – eigenaren kwamen en gingen, doorstarten werden gemaakt – eigenlijk een beste prestatie, dertig jaar Geduld. De consumptie van speciaalbier – ja, ik blijf dat zo noemen ja – is in die tijd verveelvoudigd en Nederland heeft nu meer dan 130 brouwerijen. En dan toch plots op omvallen komen te staan?

Leo Brand is de brouwerij ooit begonnen uit frustratie: hij kon het bier dat hij het liefst dronk nergens meer kopen. In grote lijnen hebben Joyce en Steven vanuit diezelfde gedachte de brouwerij voortgezet – onder een rijke verscheidenheid van geldschieters en eigenaren, overigens. Geen van hen heeft er een winstgevende onderneming van kunnen maken terwijl de speciaalbierconsument staat te dringen om geld uit te geven. De markt heeft dan toch wel duidelijk gesproken, dunkt mij. Of stinkt de markt vreselijk uit de mond?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten